Selecteer een pagina
Orgelprofessor Hans Fidom: “het orgel is er voor iedereen”

FIDOM OMMELANDER COURANT-R_05-09-24

Dit interview is verschenen in de Ommelander Courant van 5 september 2024

Volgens orgelprofessor Hans Fidom is het orgel er voor iedereen

Het leven van Hans Fidom (1967) uit Houwerzijl bestaat uit klank. Al zijn hele leven zoekt Fidom naar de betekenis van klank en dan met name de klank van het orgel. In 2009 werd Fidom aangesteld als hoogleraar Orgelkunde aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Wekelijks treint hij op en neer tussen de hoofdstad en de provincie Groningen.

Door Rudi Diekstra

Hoewel Fidom zich in Houwerzijl helemaal thuis voelt, reist hij heel wat af om onderzoek te doen naar orgels over de hele wereld. In zijn studeerkamer, vol met orgel- en muziekboeken, en waar een prachtig harmonium staat, vertelt hij meteen aan het begin van het interview over een project waar hij momenteel mee bezig is. Op zijn computer heeft hij klankopnamen van veel verschillende orgels opgeslagen. “Dit is het orgel van Stockholm”, vertelt Fidom enthousiast. “Ik vergelijk dit orgel met de orgels van Linz en Kopenhagen. Al deze orgels zijn gebouwd door dezelfde maker: Marcussen. In Rotterdam staat ook een Marcussen-orgel en ik ben betrokken bij de restauratie. Daarvoor ben ik naar Denemarken, Oostenrijk en Zweden gereisd om opnamen te maken en de orgels met elkaar te vergelijken. Dit alles om de klankkleur van het orgel in Rotterdam zo goed mogelijk te begrijpen en bij de restauratie intact te laten.”

Hans Fidom is geboren in Ulrum. Zijn vader was onderwijzer aan de Vrijgemaakt Gereformeerde School in Leens. Later verhuisde het gezin naar Houwerzijl, en vervolgens naar Dronten. In Zwolle volgde hij de Middelbare school. Tegelijkertijd waren er orgellessen bij de bekende organist Willem Hendrik Zwart in Kampen, op een prachtig orgel. Fidom wilde eerst dominee worden, maar het liep toch anders. Hij ging Muziekwetenschappen studeren in Amsterdam en later Orgelkunde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en Algemene Letteren aan de Rijksuniversiteit in Groningen. Fidom verhuisde daarom met zijn vriendin Mirjam terug naar het noorden, terug naar Houwerzijl. In 2002 promoveerde hij in de Orgelkunde. In dezelfde tijd werd Fidom gemeenteraadslid voor GroenLinks in de toenmalige gemeente De Marne.

Orgelpark

in 2004 werd er in Amsterdam een nieuw project opgezet, het zogenaamde Orgelpark. Het Orgelpark probeert het orgel te integreren in het algemene muziekleven: het ziet het orgel als instrument op zichzelf, dat tot veel meer in staat is dan kerkmuziek alleen. Naast de vele concerten in het Orgelpark is het instituut ook wetenschappelijk actief. Fidom leidt er het ‘Research Program’. In 2009 overleed Ewald Kooiman, die de leerstoel Orgelkunde bekleedde aan de Vrije Universiteit. Hans Fidom werd gevraagd om hem op te volgen. Sindsdien ziet Fidom het als zijn missie om de schoonheid en de mogelijkheden van orgels door te geven. “De klank van een orgel is zo rijk, veelzijdig en uniek, geen ander instrument heeft dat”, aldus Fidom. “Tegelijkertijd staan orgels in een traditie van honderden jaren oud, én zijn er allemaal nieuwe technische mogelijkheden voor de toekomst.”

Luisteren

De kern van zijn activiteiten bestaat volgens Fidom uit luisteren en daar onderzoek naar doen. Voor Fidom is luisteren niet alleen iets voor kenners, of voor een elite. “Orgels zijn er voor iedereen. Alle mensen houden op een of andere manier van klanken. Niet alle inwoners van Leens zullen bijvoorbeeld wekelijks naar de orgelconcerten in de Petruskerk gaan, maar ze zijn er daarom niet minder trots op dat ‘hun’ orgel wereldberoemd is. Wat raadt Fidom aan mensen aan die nog nooit de klanken van een orgel hebben gehoord? “Ze zouden eens naar Zeerijp kunnen gaan. Maar eigenlijk maakt het niet eens zoveel uit: de orgelverzameling van onze provincie is een van de mooiste van de wereld. In elk klein dorpje tref je wel een middeleeuwse kerk aan met een mooi instrument. Jammer is wel dat er niet altijd aandachtig luisterend op orgels wordt gespeeld. Sommige mensen gaan zelfs niet meer naar de kerk doordat ze een negatieve associatie hebben met het orgel. Maar als er een goede organist speelt: luister dan simpelweg eens naar hoe de klank de ruimte vult. Probeer je ervoor open te stellen en laat je vooroordelen even achterwege. Het geheim is dit: terwijl je bij een blokfluit, een trompet of een ander blaasinstrument de toon uit een enkel pijpje moet halen, biedt het orgel je er voor elke klankkleur én elke toonhoogte één. Een orgel kan gemakkelijk duizenden pijpen bevatten: wat je in het front ziet is altijd maar een fractie van wat er in het orgel zit. Doordat de orgelmaker al die pijpen bovendien specifiek op de akoestiek van de ruimte heeft afgestemd, is de klanksituatie die elk orgel biedt uniek. Ik denk weleens: de wereld is er niet om naar te kijken, maar om naar te luisteren. Onze oren geven vaak zó veel meer informatie dan onze ogen!”

Groningse taal

Fidom illustreert dat graag met de Groningse taal, een taal die hij zelf ook aardig spreekt. “Mensen horen meteen of iemand van nature Gronings spreekt of dat ze het aangeleerd hebben. Ook hoor je meteen het verschil tussen bijvoorbeeld het Stad-Gronings en het Hogelandster-Gronings. Dat bewijst voor mij dat ieders oren heel nauwkeurig kunnen waarnemen. Ik stel daarom voor: gun je oren af en toe eens echt mooie klanken, in een paar van al die prachtige oude kerken die onze provincie telt. Omdat orgels vaak stokoud zijn, kun je zo in feite met je oren op tijdreis gaan. Ik weet wel zeker dat als je je plaatselijke organist vraagt je die kans te gunnen, zij of hij je met alle plezier meeneemt naar de 16de, 17de of 18de eeuw en je van alles zal laten zien en horen.”