KREWERD GAAT ORGELHISTORIE ONDERZOEKEN Foto: Winold van der Putten
Een van Gronings grootste parels op orgelgebied is het orgel in Krewerd, een plaatsje vlak bij Appingedam. Het is een van de oudst bespeelbare orgels van Nederland. Het orgel heeft de oneerbiedige bijnaam ‘de Schreeuwerd van Krewerd’ gekregen. Restaurateur Winold van der Putten wil graag meer onderzoek naar het orgel, met als doel om het orgel weer in alle schoonheid te laten klinken.
Jarenlang was het onderhoud van het orgel in Krewerd in handen van Albert de Graaf. Toen Albert de Graaf ophield met het onderhouden van de instrumenten in zijn portfolio kwam de plaatselijke commissie in Krewerd naar Van der Putten toe met de vraag of hij het orgel wilde onderhouden. Van der Putten: “Dat was een uiterst eervolle opdracht, want het is een van de oudst bespeelbare instrumenten in Nederland. Om daarvoor verantwoordelijk te zijn is prachtig. Ik kan me nog heel goed herinneren dat er lang geleden een concert was in die kerk waar ook orgelbouwer Jürgen Ahrend aanwezig was. Hij gaf meteen aan dat de winddruk veel te hoog was en dat er stenen van de balg af moesten. Uiteraard kon dat niet, want anders zou het hele orgel vals worden. Maar een feit is dat deze hoge winddruk al heel lang onderdeel is van het orgel. Vooral de grotere pijpen komen niet goed tot spreken met een lagere winddruk, dat hebben wij natuurlijk geprobeerd. Dus we zijn er op dit moment aan gebonden. Maar de niet complimenteuze bijnaam ‘De Schreeuwerd van Krewerd’ heeft hier wel zijn oorsprong.”
Van der Putten wilde graag meer onderzoek naar de geschiedenis van het orgel. Daarom werd er een commissie samengesteld met deskundigen. Als voorzitter van het comité werd Hans Fidom gevraagd. Andere leden zijn Koos van der Linde, die veel projecten naar middeleeuwse orgels heeft geleid, en Victor Timmer, die veel historisch onderzoek doet. Verder zijn Wim Diepenhorst namens de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed betrokken en Christiaan Velvis en Peter Westerbrink namens de Stichting Ouder Groninger Kerken. Als buitenlandse deskundige werd Konrad Küster benaderd om de relatie tussen kerk, orgel en context te onderzoeken. Tot slot werd een akoesticus betrokken bij de commissie: Jan Bril, die al eerder onderzoek deed naar het orgel in Krewerd in zijn publicatie “Akoestiek in 100 monumentale Kerken”.
Van der Putten: “Veel gegevens over orgel en kerk zijn heel gefragmenteerd aanwezig. Het is de bedoeling om alle gegevens als puzzelstukjes bij elkaar te leggen en een completer beeld van het orgel te krijgen. Zo weten we bijvoorbeeld niet of het pijpwerk al eerder bestond dan 1531, het jaartal wat op de orgelkas is terug te vinden. Verder zijn er nog veel historische vragen. In de zeventiende eeuw is er aan het orgel gewerkt door Nicolaas Willenbroek. Toen zijn er nieuwe windladen en mechanieken gemaakt, en waarschijnlijk ook de balgen. De balgen staan nu in het koor achter het orgel, wat ook wel merkwaardig is. Het lijkt aannemelijker dat de balgen op het oksaal naast het orgel hebben gestaan. Want het koor was in de katholieke tijd wel de meest heilige plek.”
“Een aantal jaren geleden is de restaurator van het orgel Albert de Graaf overleden. Hij heeft in de jaren zestig en zeventig voortreffelijk werk gedaan. Kerk en orgel zijn in die tijd allebei aangepakt. Maar bij de restauratie van de kerk zijn destijds beslissingen genomen waarvan we vandaag de dag zeggen: dat hadden we nu anders gedaan. Zo had de kerk voor de restauratie plavuizen op de vloer liggen, bovenop het zand. Maar daar is een betonnen vloer in gegoten, waar vervolgens de plavuizen weer zijn opgelegd. Hierdoor is de klank van kerk en orgel nadelig beïnvloed. Ook is er bij de muren te hard stucwerk gebruikt. Tot slot is het orgel een aantal centimeter naar voren geplaatst, met slechte gevolgen voor de weerkaatsing van de klank. Toen het orgel na de restauratie werd terug geplaatst schrok adviseur Klaas Bolt zich een hoedje. Oorspronkelijk zou het pijpwerk naar Zwitserland gaan voor een restauratie, maar Bolt adviseerde om de pijpen meteen ongerestaureerd terug te plaatsen, wat een wijze beslissing is geweest. Recent is er in het portaal een nieuw toilet geplaatst, ook wel de ‘gouden plee’ genoemd. Hiervoor is veel werk verzet, onder andere doordat er een aansluiting moest worden gemaakt op de riolering. Dit is overigens heel fraai gedaan, maar ook dit kan de klank beïnvloed hebben.
Om het hele proces in gang te zetten zijn er uiteraard veel kosten gemoeid. Daarom is Ton Koopman gevraagd om als ambassadeur van Krewerd te fungeren. Wim Ros, die een uiterst belangrijke publicatie over het orgel in Krewerd heeft geschreven, promoveerde bij Ton Koopman, waardoor de lijnen kort waren. Er gaat, als eerste project onder andere een boekwerk komen met verschillende bijdragen van deskundigen. Van der Putten hoopt dat de nodige financiën gevonden worden: “Het orgel zou dan in een volgende fase gedemonteerd kunnen worden, waardoor we het pijpwerk kunnen onderzoeken op inscripties. Verder kunnen we dendrologisch onderzoek doen naar de herkomst en tijdsbepaling van het hout. Een ding is zeker: deze parel op het Groninger platteland zullen we uiterst voorzichtig en met bescheidenheid tegemoet treden.”