Selecteer een pagina
Interview Bernhardt Edskes

BERNHARDT EDSKES ADEMT ORGELS

(Dit interview is verschenen in de Ommelander Courant van 30-7-2020)

Orgelbouwer Bernhardt Edskes (1940) heeft veel te vertellen. De inwoner van Middelstum ademt orgels en kent de orgelwereld op zijn duimpje. Edskes heeft zijn eigen orgelbouwfirma in Zwitserland en heeft veel nieuwe orgels in binnen- en buitenland gebouwd. Ook heeft hij veel belangrijke restauratieprojecten op zijn naam staan. In dit interview vertelt Edskes over zijn bewogen leven als orgelbouwer, maar ook over de bijzondere orgels in de provincie Groningen.

Door Rudi Diekstra

Bernhardt Edskes woont in een prachtig historisch herenhuis vlakbij de Hippolytuskerk in Middelstum. De geboren Groninger heeft in de verschillende vertrekken verscheidene muziekinstrumenten staan. Wanneer hij in de tuin zit, kan hij het fraaie carillon van Middelstum horen spelen. “Prachtig toch”, zegt Edskes, “een gratis concert van een bijzonder carillon uit 1662. Het is het best bewaarde historische carillon van Nederland”. Edskes doet gelijk een anekdote van de hand. “Ik ben een Groninger in hart en nieren. Ik ben weliswaar in de stad Groningen geboren, maar mijn voorouders komen uit de provincie. Mijn oma liep soms vanuit Stedum, waar zij toentertijd woonde, samen met mijn moeder richting Middelstum alleen maar om het mooie carillon te horen.” De jonge Edskes kreeg de muziek, en dan voornamelijk de orgels, met de paplepel ingegoten. “Ik kom uit een muzikale familie en er was veel belangstelling voor kunst en cultuur. Mijn oudere broers speelden orgel en voor mij was het niet meer dan normaal dat ik ook orgel ging spelen. Op mijn twaalfde speelde ik mijn eerste officiële dienst in Zuidbroek. Ik verving toen mijn broer Herman die daar organist was. Van mijn 13e tot mijn 15e was ik plaatsvervangend organist op het Schnitger-orgel in Noordbroek. Op mijn 15e werd ik als organist benoemd op het best bewaarde Schnitger-orgel (1700) in Uithuizen. Ik ging dan met de trein naar Uithuizen en bij goed weer met de fiets. Er waren op zondag nog twee diensten. Ik studeerde dan de hele dag op het orgel.”

Spons

De jonge Edskes zuigt als een spons alle indrukken over orgels in zich op. “Zoals veel jonge knaapjes niet weg te slaan zijn bij het voetbalveld en er van dromen om profvoetballer te worden, zo was ik niet weg te slaan bij de orgels.” De jonge Edskes wordt kind aan huis bij de orgelmaker Klaas Doornbos in de stad Groningen. Al gauw mag hij allemaal klusjes doen, zoals pijpen wassen en meehelpen met stemmen. Een betere start kon hij zich niet wensen. “Als je het vak van orgelmaker wil leren, kun je niet vroeg genoeg beginnen. Wanneer je jong bent ben je nog heel ontvankelijk voor alles. Je leert je oren te gebruiken, je ogen en je handen. Al die vaardigheden heb je nodig als orgelbouwer. Goed ontwikkelde zintuigen zijn onmisbaar in dit vak.”

Zwitserland

Edskes speelt zelf ook orgel op hoog niveau. Hij gaf concerten in binnen- en buitenland en maakte ook cd- en tv-opnamen. Toch deed hij zijn studie aan de kunstacademie Minerva. “Ik ben altijd zowel visueel als auditief georiënteerd geweest. Zo ging het tekenen mij ook goed af, waardoor ik veel ontwerpen kon maken voor orgels. Ik zie mijzelf als organist, orgelbouwer en organoloog.” In de jaren ‘60 komt Edskes in contact met de Zwitserse orgelbouwer Oscar Metzler die een aantal orgels die door Edskes zijn ontworpen mag bouwen. Metzler vraagt Edskes of hij in zijn firma wil komen werken. “Door mijn brede opleiding kon ik voor Metzler veel betekenen. Ik kon onder andere orgels ontwerpen, pijpen maken, pijpen intoneren (van klank voorzien RD) en hout bewerken.” Edskes trouwt zijn Zwitserse vrouw die in Basel architectuur studeert, en tevens orgel speelde. Uiteindelijk blijft hij in Zwitserland. In 1975 begint hij zijn eigen orgelbouwbedrijf. De firma Edskes heeft belangrijke projecten gedaan, zoals het restaureren van de Schnitger-orgels in Uithuizen en Nieuw-Scheemda. Maar ook in Brazilië heeft het bedrijf van Edskes een Schnitger-orgel gerestaureerd. Tevens heeft het bedrijf van Edskes veel nieuwbouwprojecten gedaan in Zwitserland, Duitsland, Zweden en andere Europese landen. De bekroning was het bouwen van het orgel in de Lutherse kerk in Groningen, de geboortestad van Edskes, dat voltooid werd in 2017.

Zeven beroepen

Het vak van orgelbouwer is geen makkelijk beroep. Er komen veel facetten bij kijken. “Ik noem het vak ook wel eens het vak van de zeven beroepen”, aldus Edskes. “Het gaat om de klank, om het visuele aspect, om de techniek, maar ook om de praktijk, zoals het bewerken van materialen. Dan heb je nog met opdrachtgevers te maken die veeleisend kunnen zijn en met je personeel. Het is een heel veelzijdig beroep.” Het bouwen van een orgel is ook een tijdrovende klus. Edskes onderscheidt een aantal stappen in het proces van ontwerp tot bouw. “Allereerst ga je naar de plaats toe waar het orgel gebouwd moet worden. Je bestudeert de ruimte en de akoestiek en je probeert te ervaren hoe het orgel daar zou klinken. Dat is iets wat je tot op zekere hoogte kunt berekenen, maar je gevoel en je ervaring zijn daarbij het allerbelangrijkste.” In de tweede stap is er het wensenlijstje van de opdrachtgever. “De kerkenraad en de organist hebben natuurlijk allemaal eventuele wensen over welke klank en welke registers het orgel zou moeten hebben. Maar je moet altijd kijken of dat wel mogelijk is.” Bij de derde stap wordt het orgel op papier ontworpen. De vierde stap is de constructie van het orgel. Het orgel heeft een kas nodig, windkanalen nodig en natuurlijk de verschillende pijpen die van hout, tin of lood moeten worden.” Edskes wil daarbij dat zijn orgels gebouwd worden naar de voorbeelden van de historische oude klassieke bouwwijze. “In onze orgels komen geen schroeven en spijkers voor. Deze zijn gevoelig voor oxidatie en dan kan er grote al snel schade ontstaan. Wij stellen dat bijna altijd weer vast bij een restauratie. We moeten daarom gebruik maken van de lessen uit het verleden. Zoals de Duitsers het zeggen: Schicht auf Schicht, das gibt Geschichte: kennis ontwikkelt zich laag voor laag. Wij kunnen veel leren van de oude meesters.” De vijfde stap van het proces behelst het monteren van het orgel. Soms gebeurt dat al gedeeltelijk in de werkplaats. Edskes geeft er de voorkeur aan om dat echter zo veel mogelijk op de plek zelf te doen. “Een heel groot orgel kun je niet eens in elkaar zetten in de werkplaats. Daar is de werkplaats veel te klein voor. Wij proberen daarom om dat zoveel mogelijk op de plek zelf te doen.” In de zesde stap van het proces is een belangrijke stap weggelegd voor de zogenaamde intonateur. De pijpen moeten van klank voorzien worden. Volgens Edskes is dit de belangrijkste stap. “Een fluitist of violist doet zijn leven lang niets anders dan intoneren. Hij of zij wil zijn instrument van de mooiste klank voorzien. Dat wil een orgelbouwer natuurlijk ook. Intoneren vergt heel veel ervaring en muzikaal voorstellingsvermogen maar ook veel tijd. Zoals de oude meesters hebben wij een principe: dat de intonatie alleen in de ruimte zelf plaatsvindt, waarbij iedere vorm van pre-gefabriceerde klankgeving wordt vermeden.”

Groningen orgelland

Hoewel Edskes zijn firma in Zwitserland heeft, ziet hij zichzelf als Groningse orgelbouwer. Edskes is er zich van bewust dat de provincie Groningen als orgelland een “El dorado” is voor orgelliefhebbers. Hoe is dat zo gekomen? “In de achttiende eeuw was er veel geld in de provincie aanwezig. Er was veel adel en er waren veel herenboeren. Deze wilden vaak in hun eigen dorp het mooiste orgel zien. Zo is dat bijvoorbeeld ook in Uithuizen gegaan. De familie Alberda van Menkema wilde in Uithuizen het mooiste orgel van de provincie hebben. Daarom huurden ze de grote orgelbouwer Arp Schnitger in. Vergeet niet hoe bijzonder dat was. Uithuizen lag destijds bijna aan de zee en was een van de noordelijkste dorpjes van Nederland. Tegelijkertijd stond daar het grootste dorpsorgel van Nederland.” Dat er in de provincie Groningen veel oude orgels bewaard zijn gebleven heeft volgens Edskes dan ook alles te maken met kwaliteit. “De orgels die Schnitger en zijn leerlingen daarna bouwden waren kwalitatief zo goed, dat het helemaal niet nodig was om ze te vervangen. Daarbij was het onderhoud ook gegarandeerd omdat de opvolgers van Schnitger tot in de 19e eeuw actief waren in deze streek.” Edskes hoopt dan ook dat hij met zijn orgels in de traditie van de Schnitger-school mag staan. “De mens is een historisch gegeven. Het verleden heeft ons gemaakt tot wat we nu zijn. Laten we daarom de lessen vanuit de geschiedenis tot ons nemen en daaruit leren. Of zoals de apostel Paulus zei: ‘Onderzoekt alle dingen en behoudt het goede’”!